|
De 24 pianowerken, geschreven voor pianosolo, zijn in tegenstelling tot wat men zou denken van preludes volwaardige stukken. Ze worden bij elkaar als cyclus uitgevoerd, maar zijn geen inleidingen, wat een prelude eigenlijk betekent te zijn. Er is geen enkele prelude uit deze reeks eenvoudig te noemen. Maar de echt moeilijke stukken behoren dan ook gelijk tot de moeilijkste stukken uit het gehele pianosolo-repertoire. De bekendste van de 24 werken is nummer 15, ook wel 'Regendruppelprelude' genaamd. Christina Bjørkøe leerde piano spelen van haar moeder toen ze slechts vijf jaar was. Op achtjarig leeftijd werd zij een leerling van Therese Koppel, tot haar twintigste. In 1990 ging ze studeren bij Seymour Lipkin aan de Juilliard School in New York en daarna bij Anne Øland aan de Koninklijke Deense Academie voor muziek in Kopenhagen. Ze maakte haar debuut als solist in 1997 en wordt sindsdien bekroond met verschillende prestigieuze prijzen en subsidies.
|